Domus Prope Buscumducis Bronnen voor de Geschiedenis van het Kartuizerklooster bij 's-Hertogenbosch (1466-1641) (Leuven, 2016)
Het kartuizerklooster in de Meierij van 's-Hertogenbosch werd in 1466 vanuit het klooster in Roermond gesticht. In dat jaar betrok de beroemde kartuizer Dionysius van Rijkel met enkele metgezellen een kloostertje in Olland bij Sint-Oedenrode. Na ruim een jaar verhuisde de gemeenschap al naar Den Dungen bij 's-Hertogenbosch. In 1472 vestigde het zich definitief in het nabijgelegen Vught. Daar woonden de kloosterlingen totdat het geweld van de Beeldenstorm hen daar in 1566 verdreef. Na een zwerftocht door de Meierij en een verblijf van bijna twintig jaar in 's-Hertogenbosch, werden de laatste kloosterlingen vanaf 1625 opgenomen in het nieuwe kartuizerklooster in Antwerpen, dat hun erfgenaam werd. Deze bundel bevat de volgende onderdelen over dit klooster: een overzicht over de historische en economische ontwikkelingen; de kloosterkroniek, geschreven door Gerardus Eligii; zijn vita; het kalendarium van het klooster; en ten slotte een demografische studie en een prosopografisch overzicht van alle kloosterbewoners.
Het kartuizerklooster in de Meierij van 's-Hertogenbosch werd in 1466 vanuit het klooster in Roermond gesticht. In dat jaar betrok de beroemde kartuizer Dionysius van Rijkel met enkele metgezellen een kloostertje in Olland bij Sint-Oedenrode. Na ruim een jaar verhuisde de gemeenschap al naar Den Dungen bij 's-Hertogenbosch. In 1472 vestigde het zich definitief in het nabijgelegen Vught. Daar woonden de kloosterlingen totdat het geweld van de Beeldenstorm hen daar in 1566 verdreef. Na een zwerftocht door de Meierij en een verblijf van bijna twintig jaar in 's-Hertogenbosch, werden de laatste kloosterlingen vanaf 1625 opgenomen in het nieuwe kartuizerklooster in Antwerpen, dat hun erfgenaam werd. Deze bundel bevat de volgende onderdelen over dit klooster: een overzicht over de historische en economische ontwikkelingen; de kloosterkroniek, geschreven door Gerardus Eligii; zijn vita; het kalendarium van het klooster; en ten slotte een demografische studie en een prosopografisch overzicht van alle kloosterbewoners.