Een aanleunwoning met tafeltje-dek-je
Aleid Pieck en Arnt van Herlaar hadden in 1471 door gulle schenkingen ervoor gezorgd dat het klooster uit Den Dungen naar Vught kon verhuizen. Arnt verliet al spoedig daarna dit aardse tranendal en kon in het hiernamaals zijn eeuwige loon gaan innen. Aleid was blijkbaar niet het type van de lang treurende weduwe. Enkele jaren na Arnts dood trouwde ze opnieuw. Haar nieuwe liefde was jonker Gerijt van Strijen. Door zijn huwelijk met Aleid raakte hij intensief betrokken bij het jonge kartuizerklooster in Vught.
Op 8 juni 1481 sloot hij een overeenkomst met de kartuizers. Ze beloofden hem na de dood van zijn echtgenote te zullen huisvesten in een woning buiten de gracht van het klooster aan de Dommel. Aleid had al voor een passende inboedel gezorgd. Haar jonge vlam kon er zijn intrek nemen met twee knechten en het klooster zou hem van eten en drinken voorzien. Het was geen kartuizermaal dat ze hem daar voorschotelden: de maaltijd moest in ieder geval goed gebakken of gebraden vlees bevatten en afgeblusd worden met een ‘kwart’ Rijnse wijn per dag. Al was het niet à la carte, op deze wijze was het leven bij de kartuizers wel vol te houden. Een waardige voorloper dus van de huidige serviceflat De Eikendonck (what’s in a name?) gelegen op het voormalige terrein van het klooster.
Zie ook Eikendonck.net.