|
Brand verwoest voormalige kartuizerhoeve aan de Goorestraat in Boxtel
Op de ochtend van 12 februari 2013 legde een felle brand de oude kartuizerhoeve in Kleinder Liempde aan de Goorestraat volledig in de as. Gelukkig vielen er geen personen ten prooi aan de vlammen, maar het verlies van een groot aantal honden en het pand dat al generaties lang door de familie bewoond werd, was voor de huidige eigenaren een zware klap.
De gebinten in de hoeve, waarvan de oorsprong terugging tot in de veertiende eeuw, dateerden mogelijk nog uit de kartuizertijd. Rond 1460 speelde deze hoeve een belangrijke rol bij de vraag welke kloosterlingen Ludolf van de Water op zijn bezittingen wilde laten wonen. Vijf jaar later was het nog geen uitgemaakte zaak of dat kartuizers zouden zijn. Er was namelijk nog een kloosterorde die zich op de goederen van Ludolf wilde vestigen: de kruisbroeders.
Ludolf had weliswaar vele bezittingen maar voor een kloosterstichting waren ze onvoldoende. Hij had dus hulp nodig van anderen. Hij wist de Bossche handelaar Arnt Stamelaert, die toen de hoeve met twee boerderijen in Kleiner Liempde bezat, voor zijn idee te winnen. Deze wilde zijn hoeve wel inzetten voor Ludolfs idee, maar in eerste instantie werden de kruisbroeders gepolst. Arnts zoon was namelijk in die orde ingetreden en een kruisbroederklooster in de Meierij zou niet misstaan. Rond die tijd was de orde enorm populair.
De kruisbroeders haakten echter op het laatste moment af. Ze vonden de voorgenomen goederenschenking niet groot genoeg. Bovendien was de op de Nederlanden gerichte overste van de orde wegens lichamelijke ongemakken geen sterke leidsman. Daarbij kwam dat Arnts zoon overleed nog voordat het idee van een nieuw kruisbroederklooster goed uitgewerkt was.
Dat maakte de weg vrij voor de kartuizers, die deze hoeve dan ook als onderdeel van hun stichtingsgoed konden overnemen. In 1507 kochten ze bovendien een aangrenzende hoeve. Door de hoeven te verpachten haalden ze inkomsten uit dit bezit. De Tachtigjarige Oorlog was de reden voor hun verhuizing naar Antwerpen rond 1625. Nadat ze met de landsoverheid van de Nederlanden een overeenkomst gesloten hadden, deden ze in 1658 en 1659 hun goederen van de hand, waaronder hun hoeven in Kleinder Liempde. De pachters van de twee boerderijen die er toen aan verbonden waren, werden toen de nieuwe eigenaren. |
|
||||||||||
|
|
|