|
Waar zaten ze niet, de kartuizers van Vught?De orde der kartuizers, een strenge kloosterorde, was vroeger ook in de Meierij vertegenwoordigd. Om precies te zijn tussen 1466 en 1641. Heel gemakkelijk hadden ze het er niet, te zien aan hun vele verhuizingen. Gestart in Olland onder Sint-Oedenrode, woonden ze achtereenvolgens in Den Dungen, Vught, ’s-Hertogenbosch, Boxtel, Esch, Sint-Michielsgestel, weer ’s-Hertogenbosch, weer Boxtel, Tilburg en ten slotte Bokhoven. Deze kloosterlingen beloofden bij hun intrede wel stabilitas loci (verblijf op één plek) maar de werkelijkheid was vaak anders, zeker in de ongeregelde tijden van de zestiende en zeventiende eeuw in Brabant.
Ligging van het klooster in Vught. Het klooster in de zestiende eeuw op een moderne kaart.
Ook hun goederenbezit was niet aan één plaats gebonden. Een halve tiende in de Heitrak onder Deurne en gronden in Beesd en Rhenoy aan de Linge vormden de zuidelijke en de noordelijke grens. Westelijk liep hun bezit tot voorbij Tilburg en oostelijk tot aan de weg tussen Linden en Beers.
Van de ongeveer vijftien grote hoeven die ze bezaten en via pacht exploiteerden zijn sommige al snel na hun vertrek uit onze streken, halverwege de zeventiende eeuw, verdwenen. Een enkeling heeft het tot in onze tijd heel redelijk volgehouden.
Het geestelijk leven in het klooster is moeilijk te achterhalen. De vele verhuizingen zullen er geen goed aan gedaan hebben. Eenmaal gevestigd in Vught zag het er hoopvol uit, maar de extraatjes bij de maaltijd (de zogenaamde pitanties) groeiden misschien wat te hard. Een teken van herstel in de tijd van de contrareformatie is wel het vertrouwen dat de Bossche bisschop in hen stelde toen hij hun in 1617 de in Alem opgegraven relikwieën van Sint-Odrada in bewaring gaf.
Het nieuwe Sint-Sophia van Constantinopel in de Rochusstraat in Antwerpen. |
|
||||||||||
|
|
|